Cryptovaluta en box 3-vermogen
Cryptovaluta moet worden opgegeven in de belastingaangifte. Volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 valt cryptovaluta onder box 3 en soms in box 1. Artikel 5.3 van deze wet maakt duidelijk dat alle bezittingen die economische waarde vertegenwoordigen, zoals cryptovaluta, moeten worden aangegeven in de aangifte.
De belastingdienst beschouwt cryptovaluta als bezit voor box 3. Ditzelfde vindt het Gerechtshof Amsterdam. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde in een uitspraak van 5 november 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:3254) dat cryptovaluta een economische waarde vertegenwoordigt, overdraagbaar is en mogelijk voordeel oplevert bij verkoop. Het aanhouden van cryptovaluta als belegging met het oog op een toekomstige waardestijging, dient als box 3-vermogen te kwalificeren. Het vormt al met al een bezitting en moet daarom worden opgenomen in de belastingaangifte.
Cryptovaluta en box 1-inkomen
Het kan zijn dat de cryptovaluta wordt gekwalificeerd als box 1-inkomen. Cryptovaluta moet in box 1 worden aangegeven als het een ondernemingsactiviteit is, zoals de handel in cryptovaluta. In dat geval wordt het gezien als ondernemingsvermogen. Dit volgt uit het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juli 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:4613).
Heffingsvrij vermogen
Een gedeelte van uw vermogen, inclusief cryptovaluta, is vrij van belastingheffing. Volgens artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 geldt een vrijstelling van belasting voor vermogen tot een bepaald bedrag. In 2024 is bijvoorbeeld € 57.000 van uw vermogen belastingvrij, en voor fiscale partners is dit €114.000. In 2025 ligt het vrijgestelde vermogen op € 57.684 per persoon, of €115.368 voor fiscale partners. Als uw cryptovaluta onder deze drempels blijft, bent u geen belasting hierover verschuldigd.
Het niet opgeven van de cryptovaluta in de aangifte
Het niet aangeven van cryptovaluta kan nadelige gevolgen hebben. Als het een vergissing is, zal de Belastingdienst de belasting navorderen en rente berekenen. Bij opzettelijk verzuim kan de Belastingdienst een vergrijpboete opleggen van maximaal 300% van het verschuldigde belastingbedrag. In ernstige gevallen kan zelfs een strafrechtelijke procedure worden gestart.
DAC8-richtlijn
Met de invoering van de DAC8-richtlijn per 1 januari 2026 moeten crypto-aanbieders gegevens over uw transacties doorgeven aan de Belastingdienst. Dit maakt het voor de Belastingdienst gemakkelijker om cryptobezit op te sporen.
Niet-eerder aangegeven cryptovaluta
Als u in het verleden cryptovaluta niet hebt aangegeven, kunt u dit alsnog melden bij de Belastingdienst. De Belastingdienst zal dan de niet-betaalde belastingen navorderen, inclusief rente, en kan een gematigde vergrijpboete opleggen. De Belastingdienst kan tot vijf jaar terug navorderen en in sommige gevallen zelfs tot twaalf jaar.
Bretax en belastingkwesties
Heeft u vragen hierover? Neem contact op met Bretax via info@bretax.nl of +31 6 87 123 878.
No responses yet